Techniek 5: Desensitisatie

 

Desensitisatie is een duur woord voor ongevoelig maken.  Vaak wordt ook de term exposure (blootstelling) gebruikt.  Deze techniek wordt aangewend voor angstreductie.  In wezen komt het erop neer dat de cliënt in zijn verbeelding geconfronteerd wordt met de beangstigende situatie (exposure in vitro van de angststimulus).

 

Er bestaan hier twee verschillende methoden, namelijk implosieve desensitisatie (ook flooding genaamd) en geleidelijke of systematische desensitisatie.  Flooding is een eerder brutale aanpak waarbij de cliënt meteen de stevigste emotie voorgeschoteld krijgt en daardoorheen moet.  Er wordt net zolang gewerkt totdat de hele emotionele lading verdwenen is.  Bij een spinnenfobie zou dit dus kunnen betekenen dat de cliënt zich dient voor te stellen dat er een grote harige spin over zijn of haar arm loopt.

 

Hoewel flooding zeer goede resultaten oplevert, geef ik toch de voorkeur aan de veel zachtere aanpak van de systematische desensitisatie.  Hierbij wordt een lijstje van angstmomenten gemaakt, een zogenaamde angsthiërarchie die in volgorde van angstintensiteit opgesteld wordt.  Dan wordt de cliënt gevraagd zich voor te stellen hoe het is om eerst de lichtste angst te overwinnen om langzamerhand over te gaan tot de moeilijkere angsten en uiteindelijk ook de moeilijkste angststimulans aan te kunnen.  Uiteraard worden er ondersteunende technieken gebruikt om de cliënt te helpen bij het overwinnen van zijn of haar angst.

 

Deze methode is zeer doeltreffend, maar doordat de oorzaak niet verwerkt werd kan het zijn dat de cliënt er niet doorheen geraakt en de angst niet kan laten afnemen.  In dat geval dient de oorzaak toch nog opgezocht te worden en te worden verwerkt voordat de angst kan verminderen.